vrijdag 24 september 2010

Het paard

Het schaakstuk paard stamt regelrecht van de paarden die gebruikt werden in de oude manier van oorlogvoeren: de cavalerie. En die paarden waren niet wild maar waren bereden paarden. Volgens kenners van de geschiedenis slaagde de mens er pas tussen 3000 en 2000 voor Christus in om het wilde paard te temmen en te domesticeren, dat wil zeggen dat het paard zich liet verzorgen en als rijdier of lastdier gebruikt kon worden. De paarden waren aanvankelijk tamelijk klein, niet meer dan 1,5 meter hoog, en ze werden ongezadeld en zonder stijgbeugel bereden.

De paardensprong is nooit veranderd en is altijd een beetje mysterieus voor de beginner. Dat komt omdat het paard over een veld kan springen waar een ander stuk staat. Sommigen leren de sprong als: 1 veld recht en 1 veld schuin, anderen leren de sprong als: 2 velden recht en 1 opzij. De paardensprong is dus een combinatie van sprongen en daarin onderscheidt het paard zich van alle andere stukken.


Met het paard zijn leuke opgaven te bedenken. Een van de oudste opgaven is: zet een paard op e5 en spring naar alle velden op het bord maar je mag nooit twee keer op een veld komen.

Als je er niet uitkomt hoor ik het wel.