dinsdag 25 mei 2010

Jong tegen oud

Omdat Max Euwe 75 jaar geleden wereldkampioen werd, organiseert het Max Euwe Centrum (MEC) dit hele jaar leuke activiteiten. In de meimaand was er een boeiende strijd tussen onze vijf beste jeugdspelers en vijf gerenommeerde grootmeesters. Ze speelden allemaal vier serieuze partijen. Dit waren de uitslagen:

Anish Giri (15 jaar) – Nigel Short (Engelsman) 2-2
Robin van Kampen (15) – Yasser Seirawan (Amerikaan) 1-3
Benjamin Bok (14) – Lubomir Ftacnik (Slowaak) 1,5-2,5
Lisa Schut (15) – Sebastiaan Siebrecht (Duitser) 1,5-2,5
Anne Haast (16) – Dennis de Vreugt (Nederlander) 0-4

Ook al verloor ‘de jeugd’ in totaal met 6-14 , het waren leerzame ontmoetingen en achteraf waren de grootmeesters vol lof. Ze kregen een heleboel tips mee: denk aan je tijdsindeling, blijf je concentreren ook als je gewonnen staat, laat je niet ontmoedigen als je van beter naar slechter komt te staan en nog een heleboel andere dingen. Als jij goed je best doet kan jij over 25 jaar, als Max Euwe honderd jaar geleden kampioen was, misschien wel meedoen als ‘gerenommeerde grootmeester’

woensdag 19 mei 2010

De geschiedenis van de schaaksport (5).

De universiteit van Göttingen in Duitsland heeft een manuscript bewaard uit 1470 dat geheel gewijd is aan het moderne schaak, zoals wij het nu nog spelen. Over 33 bladzijden worden in Latijnse tekst twaalf openingen besproken en 30 schaakproblemen in diagrammen gegeven. Alle stukken gaan en slaan zoals ze nog steeds doen en bij promotie mag voor elk stuk gekozen worden. Allen de rokade en de en-passantregel zijn nog niet overal gelijk.

De enige aanpassingen die vanaf 1850 zijn ingevoerd, hebben betrekking op de bedenktijden per speler per partij. Na de zandloper en de mechanische schaakklok werd rond 1900 de dubbele schaakklok ingevoerd. Het aantal zetten per uur werd opgevoerd en vanaf 1990 komt de digitale schaakklok in de toernooizaal. Op aanraden van wereldkampioen Bobby Fischer (1972) kwam er extra bedenktijd per uitgevoerde zet bij. Het had niet veel gescheeld of het WK 2010 was in een vluggertje beslist.

maandag 3 mei 2010

De geschiedenis van de schaaksport (4).

De derde periode van het ontstaan van het schaakspel was tussen 750 jaar en 1475 waarin Europa gaat schaken. We zitten nu in de christelijke Middeleeuwen. Omstreeks 800 Spanje, omstreeks 900 Italië, daarna Duitsland en daarna Nederland. De geschakeerde borden (witte en zwarte velden) doen hun intrede rond 1100, dat staat in het Einsiedeln-Manuscript, een in het Latijn geschreven gedicht van 98 versregels.

De Middeleeuwers, die in veel zaken symbolen zagen, beschouwden het schaakbord als de wereld, waar licht en donker stond voor goed en kwaad. Het thema van leven en dood, hemel en hel, als symbool van het schaakspel wijst ook op de gelijkheid van alle mensen: zij worden gelijk geboren, vervullen verschillende functies maar bij de dood is iedereen weer gelijk, zoals bij het einde van de partij alle stukken, van koning tot pion, weer in hetzelfde doosje gaan.