vrijdag 27 augustus 2010

De toren

Waarom gaat de toren alleen maar horizontaal en verticaal? Als je de geschiedenis van de toren weet, dan begrijp je ook waarom de toren rechtdoor supersterk is en juist diagonaal heel zwak. We duiken de tijd in.


Ongeveer de belangrijkste uitvinding in de geschiedenis is die van het wiel. De wielvorm is voor veel dingen handig en naar algemeen wordt aangenomen werd omstreeks 4000 voor Christus een houten wiel uitgevonden voor het pottenbakken. Het eerste gebruik van een wiel voor een wagen kwam pas duizend jaar later maar toen waren de wielen nog geheel gesloten. Pas omstreeks 1500 voor Christus gebruikten ze spaakwielen die meer snelheid gaven.

In het chaturangaspel, de directe voorloper van het Westerse schaakspel en het Chinese Chiangqi, stond de Ratha opgesteld, het Sanskrietwoord voor strijdwagen. Met paarden ervoor vervoerde de Ratha snel boogschutters en soldaten. In waterrijke gebieden liep de Ratha vast en daar gebruikte men boten. De toren heet nog steeds Ladja in het Russisch, wat boot betekent. In vroeger tijden was de vorm van de schaaktoren daarom soms een boot. Maar zowel de strijdwagen als de boot is diagonaal niet snel wendbaar, ze zijn zwak in de flanken en dat is onze toren ook.

woensdag 18 augustus 2010

De pion

Volgens sommige kenners van de geschiedenis doken de voorlopers van het schaakspel al zes duizend jaar geleden op. Natuurlijk zijn er in die achter ons liggende tijd veel dingen veranderd en aangepast. Neem nou de pion.

De pion stond altijd symbool voor de voetsoldaat. Dat marcheren zie je een beetje terug in de loop van het kleinste stuk. Recht op z’n doel af: de overkant, dwars door alle linies van de vijand heen. Pionnen waren eerst verschillend, soms ook gemaakt naar specifieke ambachten (boer, bakker, smid). Maar toen de Arabieren op hun veroveringstochten tussen het jaar 640 en 750 het schaakspel meenamen naar Noord-Afrika en later Spanje en Frankrijk werden de stukken abstract. Beelden, dus ook schaakstukken, mochten niet lijken op levende wezens volgens de voorschriften van de Koran.

De pion mocht in het begin alleen maar 1 stap, 1 veld per keer vooruit. Later kreeg de pion de keuze tussen 1 of 2 velden vanuit de beginpositie. Vanaf ongeveer 1600 wordt langzaam de en passant regel internationaal ingevoerd en ook de promotie tot ieder stuk. Want in het begin moést je tot dame promoveren maar dat mocht alleen als de oorspronkelijke dame al geslagen was. Want twee vrouwen naast 1 koning was veelwijverij en dat was weer volgens ‘andere’ godsdiensten schennis.

‘De pion is de ziel van het schaakspel’ is een beroemde uitdrukking. Door pionnenformaties en pionoffers krijgt een stelling dynamiek.