maandag 16 februari 2009

Iedereen kan schaken!

Ik leerde schaken van mijn ouders. Die waren niet zo goed maar ze hadden een apart soort plezier als ze speelden. Dan deed mijn vader na lang nadenken een zet en keek mijn moeder een beetje van onderen aan. Dan gaf hij mij soms een knipoog en stak een sigaar op. Ik vond dat spannend allemaal en kon zo op mijn vijfde jaar meespelen. Mijn moeder is nu 91 jaar en ze schaakt nog steeds, met de jonge buurman van 87. Die ziet niet meer zo goed en daarom zet hij de stukken niet netjes op de velden. “Waar staat die nou”? vraagt m’n moeder dan en samen zetten ze de stukken recht. Het mooie van schaken is dat het niet uitmaakt of je sterk of zwak bent; mooi of lelijk; oud of jong; rijk of arm; slim of minder slim; directeur of krantenbezorger; wit, zwart, geel of rood: als je eenmaal gaat spelen is iedereen gelijk.

Hans Böhm, ambassadeur Schaakkaravaan

Geen opmerkingen:

Een reactie posten