dinsdag 14 december 2010
Lang leve de koningin
zondag 21 november 2010
De koning
In het oude Egypte, in India, in Perzië waren er ‘koningen bij de gratie Gods’, zoals dat zelfs tot vandaag nog over de Christelijke koningen wordt gezegd. De koning was ‘heerser over zijn volk’, hij was ‘de heer der heerscharen’ en hij voerde het leger aan, dat hem diende om de wet en vrede te handhaven, om zijn land te verdedigen bij aanvallen en, niet in de laatste plaats, om te helpen bij de uitbreiding van zijn land. Dat oorlog voeren zat de oude koningen in het bloed, je kon rustig spreken van een militair koningschap. De figuur van de koning is in het schaakspel nooit noemenswaardig veranderd.
Je moet de anekdote over het ontstaan van het schaakspel kennen. Er was eens een koning die een beetje moe werd van al dat oorlog voeren en zich intellectueel wilde verstrooien. Via herauten (omroepers) loofde hij een grote beloning uit voor een spel dat hem uit zijn verveling kon halen. Na vele mislukte pogingen meldde zich de uitvinder Sissa Ibn Dahir aan het hof, met het eerste schaakspel. Koning Shihram was zo onder de indruk dat hij zei: “Zeg mij wat je wenst, Sissa, en het zal geschieden”. Toen zei Sissa: “Doe mij maar één graankorrel op het eerste veld, twee op het tweede veld en dan op ieder volgend veld het dubbele.” De koning ontstak in grote woede: “Wat is dat voor een eenvoudige beloning? Neem mijn dochter, of een stuk land!” Maar Sissa hield voet bij stuk en toen later bleek dat er niet genoeg graan op de hele wereld was om de beloning in te lossen, wist de koning niet wat hij meer moest bewonderen, de uitvinding van het schaakspel of de onmogelijke beloning.
De wiskundige formule is 2 tot de 64e - 1 en dat zijn precies 18.446.744.073.709.551.615 graankorrels, meer dan vele malen de wereldproductie.
woensdag 3 november 2010
De koningin
maandag 11 oktober 2010
De loper
Door de invloed van de Arabieren ontstonden abstracte stukken voor de loper, soms met twee uitsteeksels, die stonden voor de slagtanden, soms alleen een rechtopstaande slurf. In het Russisch heet de loper ‘Slon’ en dat is hun woord voor olifant. De loper was eerst een zwak stuk, het ging weliswaar over de diagonaal maar maakte slechts een sprongetje waarbij één veld werd overgeslagen, dus van b1 naar d3 en vanuit d3 de keuze naar b1, b5, f5 en f1.
Toen de olifant loper werd mocht hij naar alle velden op de diagonaal, dat was een enorme uitbreiding van de mogelijkheden. Met de verandering van een springende naar een lopende, rennende figuur werd tevens de naam veranderd in ‘raadsheer’ en/of ‘loper’. In de Germaans verwante talen kun je dat ook nog terugvinden in ‘Läufer’ en ‘Löpare’. De loper is als je er over nadenkt het stuk dat de grootste metamorfose heeft ondergaan, zowel in benaming als vormgeving.
vrijdag 24 september 2010
Het paard
De paardensprong is nooit veranderd en is altijd een beetje mysterieus voor de beginner. Dat komt omdat het paard over een veld kan springen waar een ander stuk staat. Sommigen leren de sprong als: 1 veld recht en 1 veld schuin, anderen leren de sprong als: 2 velden recht en 1 opzij. De paardensprong is dus een combinatie van sprongen en daarin onderscheidt het paard zich van alle andere stukken.
Met het paard zijn leuke opgaven te bedenken. Een van de oudste opgaven is: zet een paard op e5 en spring naar alle velden op het bord maar je mag nooit twee keer op een veld komen.
Als je er niet uitkomt hoor ik het wel.
vrijdag 27 augustus 2010
De toren
Ongeveer de belangrijkste uitvinding in de geschiedenis is die van het wiel. De wielvorm is voor veel dingen handig en naar algemeen wordt aangenomen werd omstreeks 4000 voor Christus een houten wiel uitgevonden voor het pottenbakken. Het eerste gebruik van een wiel voor een wagen kwam pas duizend jaar later maar toen waren de wielen nog geheel gesloten. Pas omstreeks 1500 voor Christus gebruikten ze spaakwielen die meer snelheid gaven.
In het chaturangaspel, de directe voorloper van het Westerse schaakspel en het Chinese Chiangqi, stond de Ratha opgesteld, het Sanskrietwoord voor strijdwagen. Met paarden ervoor vervoerde de Ratha snel boogschutters en soldaten. In waterrijke gebieden liep de Ratha vast en daar gebruikte men boten. De toren heet nog steeds Ladja in het Russisch, wat boot betekent. In vroeger tijden was de vorm van de schaaktoren daarom soms een boot. Maar zowel de strijdwagen als de boot is diagonaal niet snel wendbaar, ze zijn zwak in de flanken en dat is onze toren ook.
woensdag 18 augustus 2010
De pion
De pion stond altijd symbool voor de voetsoldaat. Dat marcheren zie je een beetje terug in de loop van het kleinste stuk. Recht op z’n doel af: de overkant, dwars door alle linies van de vijand heen. Pionnen waren eerst verschillend, soms ook gemaakt naar specifieke ambachten (boer, bakker, smid). Maar toen de Arabieren op hun veroveringstochten tussen het jaar 640 en 750 het schaakspel meenamen naar Noord-Afrika en later Spanje en Frankrijk werden de stukken abstract. Beelden, dus ook schaakstukken, mochten niet lijken op levende wezens volgens de voorschriften van de Koran.
De pion mocht in het begin alleen maar 1 stap, 1 veld per keer vooruit. Later kreeg de pion de keuze tussen 1 of 2 velden vanuit de beginpositie. Vanaf ongeveer 1600 wordt langzaam de en passant regel internationaal ingevoerd en ook de promotie tot ieder stuk. Want in het begin moést je tot dame promoveren maar dat mocht alleen als de oorspronkelijke dame al geslagen was. Want twee vrouwen naast 1 koning was veelwijverij en dat was weer volgens ‘andere’ godsdiensten schennis.
‘De pion is de ziel van het schaakspel’ is een beroemde uitdrukking. Door pionnenformaties en pionoffers krijgt een stelling dynamiek.
woensdag 7 juli 2010
Levende en dode stukken
Eerst werd een schaakpartij nagespeeld uit 1851 met levende stukken. Die beroemde partij tussen Andersen en Kiezeritsky heet nota bene ‘de onsterfelijke partij’. De stukken waren vooraf door de straten gelopen en hadden al voor veel publiek gezorgd. Tijdens de partij gingen de stukken zelf zingen of vechten of trappelen, als het paard aan de sprong was. Het was een plezierig en mooi spektakel en ook mensen die niet konden schaken bleven kijken.
Toen die partij klaar was werden er hele grote kunstzinnige schaakstukken het bord op gereden. De koning was wel 3 meter hoog en woog meer dan 300 kilo. De spelers waren Bianca Muhren en ik en wij liepen tussen de stukken door op het bord en gaven dan een zet aan. Er waren twee helpers per stuk nodig om ze te verzetten.
Wist je dat de eerste schaakclub in Bergen op Zoom al in 1860 werd opgericht, dat is 150 jaar geleden! Het was een prima schaakdag en de zon scheen er ook nog bij.
zaterdag 26 juni 2010
Plezier
Het grootste gedeelte van het boek gaat over blessures, talent, voeding, training en geestelijke begeleiding. Soms willen ouders nog liever dat hun kind wint, dan het kind zelf. Er komen in het boek veel mensen aan het woord die met kinderen werken: jeugdtrainers, bewegingswetenschappers en ook sportartsen. Nu vroegen ze ook aan mij een tip voor ouders en/of jonge sporters.
Dit is mijn tip: Houdt het plezier in de gaten. Zodra het plezier wegvalt in de sportbeleving moet je stoppen. Dus zorg voor plezier tijdens, of naast, het serieuze werk. Dat geldt voor ieder niveau.
Natuurlijk heb ik nog wel wat meer gezegd, vanuit de schaaksport, want dat is toch weer wat anders dan lichamelijke sporten. Als het boek uitkomt laat ik het je weten, dan kunnen je ouders het bestellen.
woensdag 16 juni 2010
Vliegende stukken
Bij de prijsuitreiking van de schaaktekeningen zegt de meester welke tekeningen hij het mooiste vond maar iedereen vindt natuurlijk dat zijn tekening de beste is en zo hoort het ook. Dan is er nog de computerhoek en de spelletjeshoek, met kleine puzzeltjes en dobbelschaak.
Zelf speel ik altijd snelschaakpotjes van 1 minuut tegen 5 minuten en ik won alle partijen met nog maar 1 seconde op de klok. “Dat doe je expres”, zei een slim meisje en daar had ze wel een beetje gelijk in want de vorige happening had ik ook iedere partij maar 1 seconde over. Of zou het toch toeval zijn?
Het was weer een mooie happening van De Schaakkaravaan!
dinsdag 25 mei 2010
Jong tegen oud
Anish Giri (15 jaar) – Nigel Short (Engelsman) 2-2
Robin van Kampen (15) – Yasser Seirawan (Amerikaan) 1-3
Benjamin Bok (14) – Lubomir Ftacnik (Slowaak) 1,5-2,5
Lisa Schut (15) – Sebastiaan Siebrecht (Duitser) 1,5-2,5
Anne Haast (16) – Dennis de Vreugt (Nederlander) 0-4
Ook al verloor ‘de jeugd’ in totaal met 6-14 , het waren leerzame ontmoetingen en achteraf waren de grootmeesters vol lof. Ze kregen een heleboel tips mee: denk aan je tijdsindeling, blijf je concentreren ook als je gewonnen staat, laat je niet ontmoedigen als je van beter naar slechter komt te staan en nog een heleboel andere dingen. Als jij goed je best doet kan jij over 25 jaar, als Max Euwe honderd jaar geleden kampioen was, misschien wel meedoen als ‘gerenommeerde grootmeester’
woensdag 19 mei 2010
De geschiedenis van de schaaksport (5).
De enige aanpassingen die vanaf 1850 zijn ingevoerd, hebben betrekking op de bedenktijden per speler per partij. Na de zandloper en de mechanische schaakklok werd rond 1900 de dubbele schaakklok ingevoerd. Het aantal zetten per uur werd opgevoerd en vanaf 1990 komt de digitale schaakklok in de toernooizaal. Op aanraden van wereldkampioen Bobby Fischer (1972) kwam er extra bedenktijd per uitgevoerde zet bij. Het had niet veel gescheeld of het WK 2010 was in een vluggertje beslist.
maandag 3 mei 2010
De geschiedenis van de schaaksport (4).
De Middeleeuwers, die in veel zaken symbolen zagen, beschouwden het schaakbord als de wereld, waar licht en donker stond voor goed en kwaad. Het thema van leven en dood, hemel en hel, als symbool van het schaakspel wijst ook op de gelijkheid van alle mensen: zij worden gelijk geboren, vervullen verschillende functies maar bij de dood is iedereen weer gelijk, zoals bij het einde van de partij alle stukken, van koning tot pion, weer in hetzelfde doosje gaan.
donderdag 29 april 2010
De geschiedenis van de schaaksport (3)
In de bloeiperiode van de vroege Arabische Islam (640-750) ontstaat een enorme verbreiding van het schaakspel als de Arabieren op hun veroveringstochten het spel meenemen van Saudi-Arabië naar Noord-Afrika, waar zij behalve Egypte ook Libië, Tunesië, Algerije en Marokko binnenvielen. De namen van de stukken veranderden en ook de vormgeving want de herkenbare Indiase en Perzische stukken pasten niet in de voorschriften van de Koran. Beelden, dus ook schaakstukken, mochten niet lijken op levende wezens en zo ontstonden de abstracte stukken.
vrijdag 23 april 2010
De geschiedenis van de schaaksport (2)
Verder schijnt het schaakspel toen meer een renspel geweest te zijn, zoals je ook ziet bij halma en mens-erger-je-niet. Als een stuk geslagen werd begon het gewoon weer vanuit de beginpositie. Men heeft ook ontdekt dat bij aanvang er vier spelers meededen, die allemaal tegen elkaar speelden. Maar het belangrijkste verschil was toch wel de dobbelsteen, die bepaalde met welk stuk gezet moest worden. Schaken was in het begin dus een puur geluksspel.
maandag 29 maart 2010
De geschiedenis van het schaken
4000 - 400 voor Christus: de voorlopers
400 voor Christus – 750: verspreiding in India, Iran, Arabië
750 - 1475: verspreiding in Europa in de Middeleeuwen
1475 - heden: het moderne schaak.
Dat is toch een grappige gedachte, dat sommige mensen 6000 jaar geleden al een potje zaten te schaken! Dat ging natuurlijk wel anders en het bord was toen nog niet zwart/wit maar dat doet er nou even niet toe. Het blijft grappig want we kunnen het nog steeds niet perfect spelen!
maandag 15 maart 2010
Iedereen mag meedoen!
Het grappige was dat ongeveer een derde van alle kinderen helemaal niet kon schaken, ongeveer een derde kon een beetje schaken en ongeveer een derde van alle kinderen kond al aardig schaken. Iedereen kreeg op zijn eigen niveau les, dat wil zeggen dat degenen die het nog helemaal niet konden in een half uur de loop van de stukken leerden. Daarna werden er gelijk drie toernooien gespeeld. Bij de prijsuitreiking kregen de eerste drie van elke categorie een mooie beker en iedereen kreeg een medaille! Het was een mooie dag!
Omdat ik de prijzen mocht uitreiken zei ik ook gelijk wat tegen de ouders of ooms, die mee waren gekomen. “Waarom doen jullie niet mee, dan kun je ook in een half uur schaken en dan kun je thuis of tijdens de vakantie verder spelen?” Natuurlijk kunnen jullie het zelf ook vragen aan je ouders: “Zal ik je eens leren schaken?”
maandag 1 maart 2010
De rokade
Als je de geschiedenis van de rokade begrijpt, heb je ook minder moeite met die uitzonderlijke zet. Tot ongeveer het jaar 1600 bestond de rokade helemaal niet. Men bekommerde zich niet zoveel om de veiligheid van de eigen koning en ging vanaf het begin regelrecht op de vijandelijke koning af.
‘Romantisch schaak’ noemen we dat tegenwoordig en dan bedoelen we vurig, alleen met het hart. Maar verstandig was dat natuurlijk niet. De beste schakers in die tijd kregen wel door dat de koning eerst veilig in een hoek achter de eigen pionnen gebracht moest worden om dan pas te gaan aanvallen. Dus speelde men zo snel mogelijk de koning naar e2, dan de toren naar e1 en dan de koning via f1 naar de hoek. Hè, hè, die staat. Omdat die tactiek langzamerhand door iedereen werd overgenomen voerde men de rokaderegel in. Dat ging sneller.
woensdag 17 februari 2010
Studiecomponist
Componist? Dat is toch met muziek? Ja, maar ook met schaken heb je componisten, dat zijn mensen die hele bijzondere stellingen bedenken. Soms zijn zij geïnspireerd door een normale schaakpartij maar vaak ook componeren zij een stelling die weinig of niet voorkomt in de praktijk. Dan staat er een stelling op het bord en de vraag is dan: hoe wint wit? Of: hoe maakt wit remise? In de oplossing zit altijd iets verrassends. De mooiste studies vind ik die, dat je bij het begin denkt ‘dat redt wit nóóit, hij mag blij zijn met remise’ maar dan plotseling komt er een zet, daar had niemand rekening mee gehouden! Dat is de sleutelzet en dan wint wit toch! Je kunt van een mooie studie echt genieten en soms schiet je zelfs onbedaarlijk in de lach. Het is leuk om samen een studie op te lossen.
dinsdag 9 februari 2010
Schaken, spel voor alle leeftijden!
Toch is het juist wel aardig dat je in de toernooizaal alle leeftijden door elkaar ziet. Welke sport heeft dat nou? Ik vind het een mooi plaatje als dat kleine meisje van 10 precies tegen die oudere heer speelt, laten we zeggen van 80. Dan is alles even vergeten, niets doet even meer ter zake, alleen die twee die achter het schaakbord zitten te piekeren. “Dat kan niet!” zeg je?
Vorige week speelde ik nog met mijn teamgenoot Viktor Kortsjnoi in de competitie. Viktor is 80 jaar en nog steeds heel goed. In 2009 werd hij nog kampioen van Zwitserland. Als jij een keer tegen iemand speelt die de vader van jouw vaders vader had kunnen zijn, moet je mij een foto sturen.
dinsdag 2 februari 2010
Jeugdjournaal
Natuurlijk was ik het in grote lijnen met haar eens. De Noor Magnus Carlsen was bezig het Corus-toernooi te winnen en met zijn 19 jaar staat hij nummer 1 op de wereldranglijst. Hij is geen wereldkampioen, dat is de Indiër Viswanathan Anand. In de sterke grootmeester B-groep heerste Anish Giri (15 jaar) en hij mag volgend jaar meespelen op het allerhoogste podium. In de grootmeester C-groep speelden bijna alleen maar tieners. Ik vertelde die nieuwsgierige en enthousiaste mevrouw dat er in de lagere groepen nog veel jongere kinderen zitten en dat ze ook wat beelden moest nemen van een 10-jarig meisje in groep H4 die met een dinosaurusknuffel naast het bord speelt.
Het is gewoon waar: de schaaksport verjongt.
donderdag 7 januari 2010
Gelukkig Nieuw Jaar!
Alle leden
Het laatste grote toernooi van vorig jaar, dat gespeeld werd om de Kerstdagen heen en eindigde op oudejaarsdag werd gewonnen door Ilya Nyzhnyk, een dertienjarig mannetje uit de Oekraïne. Hij won met 7,5 uit
Dat was een leuk gezicht want Ilya haalde de grond niet met zijn voeten als hij achter het schaakbord zat en nog niet zo lang geleden speelde hij met een knuffelbeest op tafel.
De Schaakkaravaan trekt ook in 2010 weer langs vele Amsterdamse scholen. Kijk maar eens op http://www.schaakkaravaan.nl voor leuke verslagen en foto's!